Op papier leek een film over de zelfverklaarde Worst. Heroes. Ever. bijna te mooi voor woorden. De makers omschreven hem als ‘nachtmerrieachtig’ en ‘prettig gestoord’. Het zou Batman v Superman: Dawn of Justice’s schunnige en vuilgebekte neefje zijn, The Dirty Dozen met de gewelddadige pretentie van A Clockwork Orange, een middenvinger in de richting van opgeblazen spandexclichés uit het statische superheldengenre. Grote mooie woorden, maar helaas: Suicide Squad is niet eens half de film waarvoor hij versleten wordt. Squad the fuck?
0 Comments
Zelfs de kleinste notie van Eli Roths naam is genoeg om menig cinefiel te klieren tot hij rood ziet. De 43-jarige schrijver-regisseur, zelfverklaarde master of gore en vader van de torture porn is voor velen immers niets meer dan een pretentieus posterkind voor alles wat er mis is met moderne horror. Acht jaar na zijn teleurstellende Hostel: Part 2 is hij – eindelijk? - terug met The Green Inferno, zijn wansmakelijke ode aan de Italiaanse kannibalenfilms van weleer. En wanneer horrormeester Stephen King je film als “bloody, gripping and hard to watch” omschrijft, kan je ondanks alle haat en rancunes spreken van een job well done.
Matthias Schoenaerts mag zich stilaan de keizer van het kostuumdrama beginnen noemen. Hoewel het verliefde gezucht van de star crossed lovers uit Suite Française en Far From The Madding Crowd nog nagalmt in de bioscoopzalen, kruipt de ruwste Vlaamse bolster in The King’s Gardens voor de derde keer op rij in een ouderwets kostuum en op een Oscargenomineerde actrice. Derde keer, beste keer?
“I’ll be back” beloofde Arnold Schwarzenegger ons vlak voor hij de Californische gouverneurssjerp om zijn opgeblazen schouder gooide. 12 jaar na Terminator: Rise of the Machines voegt hij de daad bij het woord om de mensheid nogmaals te behoeden voor de robopocalyps. Met Terminator: Genisys strompelt de filmreeks over de langdurige oorlog tussen mens en machine – en al wat zich tussen de twee bevindt – uit het wrak van het aan flarden gescheurde Terminator: Salvation. Dit keer moeten de terugkeer van Schwarzie, de goedkeuring van geestelijk vader James Cameron én het knappe kopje van ‘Mother of All Dragons’ Emilia Clarke zorgen voor de heropleving van de iconische robotsaga.
Zand, zwaarden en sandalen. Dat zijn de hoofdingrediënten waarmee Ridley Scott in 2000 de box office wist te kraken met Gladiator. Veertien jaar later waagt hij een wanhopige poging om terug te grijpen naar zijn verloren gewaande glorie en zocht hij voor vertelstof in het Oude Testament. Exodus: Gods and Kings maakt van het klassieke Bijbelverhaal een blasfemische en cartooneske big budget parodie op Ben-Hur die Ridley Scott pijnlijk in het woestijnzand laat bijten.
2014 is een jaar vol primeurs binnen het Vlaamse filmlandschap. Nadat er met Welp voor het eerst een volbloed Vlaamse horrorprent in de zalen draaide, swingt er dankzij regisseur Vincent Bal nu ook een rasechte musicalfilm de bioscopen in. Brabançonne is een muzikale komedie die voor de helft Vlaams en voor de andere helft Franstalig is, maar toch volledig Belgisch kleurt.
Geschreven voor Vertigo Heb het maar voor: je vervreemde vader staat terecht voor moord, en jij moet er als advocaat voor zorgen dat de man uit het cachot blijft. Robert Downey Jr ruilt zijn Iron Man-pak in voor een strak kostuum in The Judge, een rechtbankfilm met een overload aan familiale kwesties.
Het is alweer drie jaar geleden dat Daniel Radcliffe zijn tovenaarsplunje in de kast zwierde en adieu zei aan Harry Potter. Sindsdien probeert de jonge acteur onbeschaamd te vervellen uit de huid van de bekendste tovenaarsleerling aller tijden. Na successen als The Woman in Black en Kill Your Darlings zet Daniel Radcliffe zijn queeste verder met Horns, een horrorprent die verschillende genres door elkaar haspelt maar er geen geheel van kan maken. In een filmlandschap dat bezaaid is met kluchtige komedies en doorleefde familiedrama’s staat een horrorfilm als een tang op een varken. Kan zoiets wel gemaakt worden in onze Vlaamse velden? Jonas Govaerts tracht met zijn debuutfilm Welp de norm te doorbreken en leverde vol trots een prent af die al snel het label van ‘eerste Vlaamse horrorfilm ooit’ kreeg opgekleefd. In de nasleep van alle internationale aandacht doemt er maar één vraag op: is de film de hype wel waard? In 1997 won Atom Egoyan nog de Special Jury Prize in Cannes voor zijn drama The Sweet Hereafter. Dit jaar bewandelde de regisseur de Croisette opnieuw met een gelijkaardige film over schuld, verdriet en het verlies van een kind. Het boegeroep en de vernietigende kritieken die volgden, zeggen genoeg: The Captive is een meer sinistere kidnapthriller, maar haalt nooit het niveau van zijn voorganger. |
Archives
July 2018
Categories
All
Archives
July 2018
|